Jeukende huiduitslag na verblijf in de natuur in de nazomer past bij beten van de oogstmijt, de neotrombicula autumnalis. Deze uitslag wordt trombidiose of trombiculiasis genoemd. De oogstmijt komt vooral voor op de bodem van klei- en lössgebieden, met name in het oosten van Nederland, en ziet eruit als een klein rood spinnetje. Volwassen mijten zijn onschadelijk voor mensen, maar larven van de oogstmijt leven parasitair op dieren of mensen. Deze larven zijn slechts 0,2 tot 0,3 mm groot en leven van half juli tot half oktober met een piek in september. Ze bijten zich vast in de huid waarna ze enzymen inspuiten om huidweefsel te verteren en zich te kunnen voeden .Dit brengt 6 tot 12 uur na contact een huidreactie bij de gastheer te weeg die zich uit als hevig jeukende erythemateuze papels, één tot enkele millimeters in doorsnee, met name op plaatsen waar de kleding nauw aan de huid sluit zoals broekbanden, sokken en manchetten. De klachten zijn self-limiting en verdwijnen spontaan na vier tot zeven dagen. De jeuk kan echter heftig zijn, en symptomatische behandeling met mentholgel en corticosteroïdcreme of systemische behandeling met orale antihistaminica is beschreven. Er is geen onderzoek gedaan naar de effectiefste behandeling. Beten kunnen worden voorkomen door het dragen van beschermende kleding en door de polsen, enkels en nek in te smeren met insectenwerende crème die DEET bevat.