Omdat er wat vragen binnen kwamen over de Pang-regel, herhalen we de belangrijkste punten van deze spelregel nog eens.
De Pang-regel heeft te maken met de minimale schietafstanden tijdens re-enactment. De minimale schietafstanden zijn als volgt:
- Alle apparaten met full auto mogelijkheden: 5 meter.
- Alle apparaten met enkel single shot mogelijkheden: 15 meter.
- Alle apparaten met “Bolt-Action” of S-AEG met minimaal 2 seconden ingebouwde vertraging: 15 meter.
Als je binnen deze afstanden van je tegenstander bent, mag er NIET geschoten worden.
Spelers met de volgende airsoft apparaten mogen tussen de 15 meter en de 5 meter niet schieten of “PANG” roepen:
- alle apparaten met enkel single shot mogelijkheden;
- alle apparaten met “Bolt-Action” of S-AEG met minimaal 2 seconden ingebouwde vertraging.
Zij moeten hier overschakelen op een ander apparaat of de afstand tot de tegenstander tot binnen 5 meter brengen (de zogenaamde “PANG afstand”).
Binnen de 5 meter kun je de tegenstander uitschakelen door;
- de tegenstander aan te wijzen met een airsoft apparaat en “PANG” te roepen, of
- de tegenstander aan te raken en “KNIFE KILL” op zachte toon te spreken.
Organisator
Onder strikte omstandigheden en voorwaarden kan er door de organisator afgeweken worden van de in het Veiligheidsreglement genoemde airsoft apparaten, waarbij de minimale schiet afstand 3 meter wordt. Dit geldt alleen:
a) als het gaat om een (indoor) locatie waarbij enkel semi is toegestaan, of
b) als het re-enactment evenement een “pistol-only” onderdeel bevat, of
c) als de organisator na overleg met de NABV tot overeenstemming komt dat de veiligheid van de spelers hierdoor geen gevaar kan lopen (bijvoorbeeld verplichte gezichtsbescherming).